Kalpitiya

Calpenteyn - Calpetty - Galpitiya - Kalpitti

Kalpitiya, dat Calpenteyn of Calpetty werd genoemd door de Nederlanders, is een smalle landtong die zich naar het noorden uitstrekt tot ongeveer 50 kilometer voorbij Puttalam, parallel aan het vasteland. Op het uiteinde is het Kalpitiya fort, dat na een lange tijd van verwaarlozing verslechterde, is nu een Sri Lankaanse marine basis. Het is niet toegestaan om binnen te gaan in het fort of foto's van de hoofdingang te nemen. Het is een klein fort wat nu in goede conditie lijkt te zijn. Op deze plek hadden de Portugezen in 1667 een palissade fort en een jezuïet kapel gebouwd. De muren zijn ongeveer 4 meter hoog en binnen zijn de overblijfselen van de kapel, een commandants huis, barak kamers en een gevangenis.


Tussen het dorp en het fort is een oude ongebruikte kerk in staat van verval met een kleine begraafplaats. Binnen is het vrij leeg. Een paar ingeschreven grafstenen in de vloer vertellen de verhalen van de doden. Een meisje geboren in Jaffna, die trouwde met de commandant van Kalpitiya stierf op 15 jarige leeftijd. Het gebouw lijkt te zijn gerenoveerd in 1840, toen een semi-circulaire portiek met bakstenen en pleisterwerk pijlers met Corinthische kapitelen werd toegevoegd, evenals drie torens op de voorgevel. Het dak van de veranda is sindsdien ingestort. Het belfort is origineel en is vergelijkbaar met die gevonden in Galle en Colombo. Rond de eeuwwisseling is de klok van het belfort, samen met al het meubilair van de kerk afgevoerd naar een Anglicaanse kerk in Puttalam.

In de oude tijd werden er diensten gehouden in de kerk en het fort werd bemand door Nederlandse militairen, het was waarschijnlijk een levendige plaats, met de regionale handel, uitgevoerd door 'de Moren', of moslims, die de kustwateren in kleine bootjes genaamd dhoneys langsvoeren. Hoewel de Nederlanders vaak hebben geprobeerd dit te beperken.


Aan de overkant van het water op het vasteland, is zichtbaar in de verte, het bos van wat nu het Wilpattu National Park is.

De VOC had vooral Kalpitiya bezet in het belang van Koning Rajasingha, want vanaf Kalpitiya konden zij de handel tussen Ceylon en India controleren. Het was tevens de ingang voor de haven van Puttalam. En zo kon men gemakkelijker het monopolie op kaneel van hier en van Mannar een eindje verderop handhaven.

Ook nog waren er de vele kokosnoot plantages bij Kalpitiya, en de monding zat vol met vis die werd gezouten en gedroogd. De producten werd vervoerd door de lokale boten langs de monding van Puttalam, en vanaf daar door het Dutch kanaal via Negombo naar Colombo.

Kalpitiya
Start paginaVOC_Home.html
Start pagina



Negombo.html
Negombo

Kalpitiya
Arippu.html
ArippuMannar.html
MannarPooneryn.html
PoonerynJaffna.html
JaffnaKayts_Hammenhiel.html
Kayt’s HammenhielElephant_Pass_Pyl_Beschutter.html
Elephants Pass/Pyl/BeschutterDelft_Island.html
Delft IslandTrincomalee.html
TrincomaleeBatticaloa.html
BatticaloaHambantota.html
HambantotaTangalle.html
TangalleMatara.html
MataraGalle.html
GalleKalutara.html
KalutaraColombo.html
ColomboBin._Hanwella.html
HanwellaBin._Ruwanwella.html
RuwanwellaBin._Balana_sitawaka.html
Balana/SitawakaBin._Arandora_Accuras_Hakmana.html
Arandora/Accuras/HakmanaBin._Katuwana.html
Katuwana
Start paginaVOC_Home.html
Extra InformatieInformatie.html
Start pagina
Extra Informatie
FortenKaart_van_de_Forten.html
ArchitectuurArchitectuur.html
Dutch BurghersDutch_Burghers.html
FortenNederlandse_Taal.html
ArchitectuurVOC-Reizen.html
Dutch Burghers